ssv Haaglanden

Kerketuinenweg 29
2544 CV Den Haag
070-4020506

Maan-/Woens-/Donderdag tussen:
16.30 en 19.00 uur gesloten.

Maandag*  12:00-23:00
Dinsdag  12:00-17:00
Woensdag*  12:00-23:00
Donderdag*  12:00-23:00
Vrijdag  19:00-23:00
Zaterdag

 10:00-17:00

Zondag gesloten
Feestdag gesloten

 

 

 

 

 

 

 


Noordhaghe bezoek deze site

This site uses Cookies !
All members are aware already, are you ?

VEILIGHEIDSREGLEMENT

1. Algemeen
1.1 Het bestuur van de Schietsportvereniging Haaglanden heeft de waarborging van de veiligheid overgedragen aan de exploitanten van wie zij haar banen huurt. Te weten: Indoorshooting Noordhaghe, Kerketuinenweg 29, 2544CV Den Haag. +31(0)70 402 05 06

2.1 Tijdens oefen- en trainingsmomenten kent de exploitant de volgende functionarissen:
a. Exploitant
b. Baliemedewerker
c. Verenigings Veiligheidsfunctionaris (VVF)
d. Barbeheerder
e. Bedrijfshulpverlener (BHV’er) of EHBO’er

Verantwoordelijkheden functionarissen:
2.2 Het dienstdoende exploitant is verantwoordelijk voor het correct en veilig verlopen van het oefen- c.q. trainingsmoment en neemt, indien nodig, de uiteindelijke beslissingen. Alle functionarissen zijn aan hem/haar verantwoording verschuldigd. Bovendien is dit bestuurslid gemachtigd om personen de toegang tot de accommodatie te ontzeggen, dan wel te (laten) verwijderen.
2.3 De baliemedewerker is als verenigingsverlofhouder verantwoordelijk voor de uitgifte van munitie, verenigingswapens en schietkaarten. Bovendien deelt hij/zij de bezetting van de schietpunten in.
2.4 De Verenigings Veiligheidsfunctionaris is verantwoordelijk voor de handhaving van de veiligheid op de schietbaan en op de schietpunten.
2.5 De barbeheerder is verantwoordelijk voor de hygiëne in de kantine en ziet erop toe dat daar geen wapens en/of munitie aanwezig zijn. (kastjes uitgesloten)
2.6 De BHV’er dan wel EHBO’er past bij een ongeval eerste hulp toe en assisteert het dienstdoende bestuurslid bij calamiteiten of bij het uitvoeren van het ontruimingsplan.

3. Veiligheidsregels
3.1 Bij afwezigheid van zowel de exploitant als de Verenigings Veiligheidsfunctionaris mag er nietgeschoten worden.
3.2 De attitude van een sportschutter dient voorbeeldig te zijn en mag geen aanleiding geven tot verwijdering dan wel schorsing.
3.3 Iedere schutter (lid van de vereniging) dient de door hem of haar meegenomen introducé, te melden en zich te laten identificeren bij het dienstdoende bestuurslid en baliemedewerker. De introducé moet daarbij een geldigidentificatiebewijs overleggen en van het nummer moet aantekening worden gemaakt in het introducéregister.
3.4 Een schutter dient een door hem of haar meegebrachte introducé tijdens het gehele verblijf in de verenigingslocatie te begeleiden en is voor deze introducé verantwoordelijk.
3.5 Iedere schutter dient alle elementaire en noodzakelijke vaardigheden zelfstandig te kunnen uitvoeren. Dit wil zeggen het kunnen nemen van de veiligheidsmaatregelen, de storingsreactie kunnen uitvoeren en de handelingen volgend op het commando “Start”, "Stop vuren" en “Stop, Stop, Stop” kunnen verrichten.
3.6 De veiligheid van medeschutters, baanofficials, toeschouwers en van de schutter zelf vereist een voortdurende en zorgvuldige aandacht in de omgang met het wapen en voorzichtigheid bij het zich verplaatsen daarmee over de schietbaan. Zelfdiscipline van iedereen is hierbij onontbeerlijk.
3.7 Wapens dienen, indien transport noodzakelijk is, te worden vervoerd met geplaatste kamervlag en gesloten grendelmechanisme en met de monding van loop omlaag (cq veilige richting). Hagelgeweren worden gebasculeerd c.q. gebroken vervoerd. (nvt bij ssv Haaglanden). Bij een revolver: alleen met kamervlag of geopende cilinder.
3.8 Iedere schutter is verantwoordelijk voor de deugdelijkheid van zijn/haar wapen. Het is niet toegestaan luchtcilinders te gebruiken waarvan de cilinder niet gecertificeerd veilig is gekeurd, dan wel de geldigheid van die certificering is verstreken
3.9 Wapens die niet in gebruik zijn, dienen te zijn opgeborgen in een daarvoor bestemde kastjes. Verenigings wapens na gebruik direct retourneren.
3.10 Niemand mag het wapen van een ander aanraken; dit mag uitsluitend worden opgepakt na uitdrukkelijke toestemming hiertoe van de eigenaar.
3.11 Beginnende schutters mogen uitsluitend schieten onder begeleiding van een daartoe bevoegde persoon.
3.12 Het gebruik van alcohol/drugs door een schutter en functionarissen, vóór en tijdens het schieten, is verboden. Gebruikers van medicijnen en stoffen die de schietveiligheid kunnen beïnvloeden, mogen niet aan schietoefeningen deelnemen.
3.13 Na het schieten moet het wapen en magazijn(en) worden ontladen en opgeborgen.
3.14 Onverpakte wapens zijn slechts toegestaan op het schietpunt en op de daartoe door de baanbeheerder/Verenigings Veiligheidsfunctionaris, aangegeven plaats (safety zone).
3.15 Demonstraties van of met wapens, mogen uitsluitend op de schietpunten plaatsvinden.
3.16 De dienstdoende Verenigings Veiligheidsfunctionaris is een door het bestuur aangewezen persoon, en deze is als zodanig herkenbaar.
3.17 Men dient zich te onthouden van elke handeling die de veiligheid in gevaar kan brengen.
3.18 Iedereen die een overtreding van bovengenoemde punten of eventueel ander onveilig gedrag constateert, is verplicht de Verenigings Veiligheidsfunctionaris, bestuurlid dan wel de baliemedewerker hiervan in kennis te stellen.
3.19 Het richten van een wapen op personen is ten strengste verboden. (niet veilige richting)
3.20 Overtreding van één of meer der bovengenoemde punten kan leiden tot ontzegging van de toegang tot de schietbanen en/of de accommodatie.
3.21 In gevallen waarin dit “Veiligheidsreglement” niet voorziet, beslist het bestuur, of de baanbeheerder c.q. de Verenigings Veiligheidsfunctionaris, namens het bestuur.


4. Baanreglement

Algemeen

4.1 Schietbanen zijn overwegend gelijk qua gebruik. Daar waar er aanvullende, dan wel afwijkende bepalingen zijn, moet dit zijn verwoord in een apart voorschrift.
4.2 Behoudens tijdens internationale wedstrijden, dient iedereen die zich op de schietbaan bevindt, de Nederlandse taal in woord en geschrift voldoende machtig te zijn. Engels is ook toegestaan.
4.3 Op de schietbaan en de schietpunten is roken en/of open vuur verboden, alsmede is het verboden om onverpakt eten en drinken voorhanden te hebben.


Toezicht

4.4 Op iedere schietbaan moet tijdens de uitvoering van schietoefeningen een door het bestuur van de vereniging aangestelde veiligheidsfunctionaris aanwezig zijn. De dienstdoende veiligheidsfunctionaris dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn.
4.5 Instructies van de Verenigings Veiligheidsfunctionaris dienen onvoorwaardelijk te worden opgevolgd.


Betreden van de baanzool

4.6 Het betreden van de (schiet)baanzool of delen daarvan mag alleen via de daarvoor bestemde ingang en aanwezige paden geschieden.
4.7 Het is verboden om zonder toestemming van de Verenigings veiligheidsfunctionaris, Exploitant het terrein dat zich bevindt vóór de schietpunten te betreden.

Het commando “STOP, STOP, STOP”
4.8 Op een schietbaan is iedereen die constateert dat de veiligheid in gevaar komt verplicht “STOP, STOP, STOP” te roepen en moet als zodanig direct worden opgevolgd.

4.9 Na het NOOD-commando “STOP, STOP, STOP” in een acute noodsituatie dienen de schutters het vuren onmiddellijk te staken en worden er geen handelingen meer verricht. Iedereen dient te wachten op een navolgend commando. Het NOOD-commando kan door iedereen gegeven worden.
4.10 Uitsluitend op bevel van de verenigings veiligheidsfunctionaris mag het wapen worden gehanteerd, het vuren worden hervat of het wapen worden ontladen.


Gehoor- en oogbescherming

4.11 Op schietbanen waar met vuurwapens wordt geschoten moet elke daar aanwezige persoon tijdens de schietoefeningen gehoorbeschermende middelen dragen.
4.12 Afhankelijk van de discipline (in het bijzonder bij de dynamische disciplines) dienen oogbeschermende middelen te worden gedragen door de schutters.


Munitie

4.13 Alleen die munitie mag worden gebruikt die is toegestaan in enige, door de KNSA gereglementeerde of erkende discipline. Bovendien is het slechts toegestaan herladen munitie te gebruiken, indien is herladen volgens de bijbehorende herlaadtabellen en indien de minimale en maximale kruitladingen niet zijn overschreden.


Hanteren van wapens

4.14 Een wapen moet altijd zodanig behandeld worden alsof het geladen is.
4.15 De loop van het wapen (monding) moet altijd in de veilige richting (namelijk naar de kogelvanger of veilig gebied) gehouden worden.
4.16 Niemand mag het wapen van een ander aanraken; dit mag uitsluitend worden opgepakt na uitdrukkelijke toestemming hiertoe van de eigenaar.
4.17 Een wapen oppakken ten behoeve van schietoefeningen (training) achter de schutters is altijd verboden.
4.18 Tijdens het schieten mag een schutter, met uitzondering van de daartoe bevoegde baanofficials, niet worden gestoord.
4.19 Beginnende schutters mogen uitsluitend schieten onder begeleiding van een daartoe bevoegde persoon.
4.20 Na het schieten moet het wapen en magazijn(en) worden ontladen en opgeborgen.
4.21 Indien van toepassing dient vóór aanvang van het schieten, de zandkogelvanger stofvrij te zijn gemaakt en gecontroleerd te zijn op ricochetgevaar. (waterbak dient gevuld te zijn nabij de kogelvanger)
4.22 Er mag uitsluitend geschoten worden vanuit de schietpunten voor de desbetreffende discipline.
4.23 Op het schietpunt mag zich alleen de schutter bevinden; een uitzondering daarop kan worden gemaakt voor toezicht door een daartoe bevoegd persoon.
4.24 Bij weigering van een schot moet het wapen 60 seconden met de loop (monding) in de richting van de kogelvanger of veilig gebied worden gehouden.
4.25 Zodra het signaal “STOP VUREN” hetzij mondeling, hetzij door middel van een geluidssignaal (fluit) of door middel van een lichtsignaal door de verenigings veiligheidsfunctionaris is gegeven, dienen de schutters onmiddellijk het vuren te stoppen en bij het commando “ONTLADEN” onmiddellijk hun wapens volgens de procedures te ontladen.
4.26 Het ontladen van wapens mag uitsluitend geschieden met de loop in de richting van de kogelvanger of veilig gebied.
4.27 Het is verboden een geladen wapen uit de hand te leggen, met uitzondering van noodsituaties (zie 4.9).
4.28 De VVF ziet er op toe dat elk wapen dat het schietpunt verlaat, gecontroleerd wordt op “ontladen”.
4.29 Het is niet toegestaan met een onverpakt wapen dan wel zonder kamervlag de schietbaan te verlaten.
4.30 Het is verboden wapens onbeheerd op de schietpunt achter te laten. 


Tot slot:

Vergeet niet uw handen te wassen voordat u de accomodatie verlaat dan wel iets gaat nuttigen in de kantine van de exploitant. (denk ook aan het toillet bezoek)

U maakt ook deel uit van onze veiligheid, namelijk:
De schietsport is een veilige sport als een ieder zich aan het veiligheids-, baanreglement houdt.


Nieuw KNSA Certificaat:

2026